31 december 2006

Korte kennismaking met onze dieren


Om met het tamste dier te beginnen: zij is groot, zwart met witte strepen en bruine stippen. Haar naam? Sofie. Al bijna 8 jaar vraagt en geeft deze berner sennenhond aandacht en afleiding. Helaas is het niet te verwachten dat dit een jaar langer zal duren aangezien zij sinds een half jaar een tumor op de poot heeft. De dierenarts was enkele maanden geleden tamelijk pessimestisch, maar ondanks een soms lelijk bloedende wond en dankzij het geneesmiddel metacam is zij vooralsnog vrolijker en actiever dan ooit tevoren.

Op de volgende tree van de ladder van tamheid staan onze chinchilla's. Twee jonge vrouwtjes, een fraaie wildkleur en een witte met rode ogen, geboren in Assen ergens in het voorjaar van 2006. Daarnaast twee beige mannetjes, zonen van onze onlangs op naar schatting 10 jarige leeftijd overleden witte man. Begin 2007, als de vrouwtjes voldoende oud zijn (minstens 10 maanden), zullen we een poging doen om deze aan de mannetjes te koppelen.

Dan onze twee katten, moeder en zoon, die sinds hun intrede met overweldigend success de muizenplaag bestreden hebben. Ze gaan hun eigen weg, zijn naar eigen keus veel buiten, en met name de moeder is behoorlijk afstandelijk.

Dankzij het ongekend warme weer deze winter, leggen onze kippen in hun onverwarmde en onverlichte binnenverblijf nog steeds een enkel ei. Twee van de wyandottes zijn wit met zwart (columbia), de andere bruin met zwart (columbia buff). Ze worden vergezeld van een uit de kluiten gewassen en gekortwiekte muskuseend.


Tijdens hun slaap bevindt zich boven hun hoofden het binnenhok van ons koppel witvoorhoofd amazones (amazona albifrons nana). Op de foto het mannetje tussen de beplanting van aardperen tijdens de zomer. De buitenvoliere heeft een nogal afwijkende vorm met een oppervlak van circa 4-5 m2 bij een hoogte van 2,5 meter. Dit koppel van 2004 zal in maart 2007 voor het eerst een nestblok krijgen. De afgelopen jaren hebben we het fantastische proces van volwassen worden mogen zien. Wie weet zijn ze nu ver genoeg om de voliere met jongengesnater te vullen.

Sinds kort bewoont een koppel derbyan parkieten van 2005 de naburige voliere met een oppervlak van ongeveer 12 m2. Deze vogels hebben zich opvallend makkelijk aangepast aan de verhuizing van een schuur naar een buitenvoliere.

Van het koppel japanse witbuik eekhoorns dat dezelfde ruimte bewoont nemen ze geen enkele notie. Over hen later meer.

Tenslotte onze kleinste huisdieren: twee mannetjes degoe's die normaliter op de grond of in hun nestblok in de voliere van de witvoorhoofden te vinden zijn. Echter, als ze kans zien brengen ze graag een bezoek aan de buren.